Klimaatverandering en opkomende plantenziektes en plagen maken het voeden van de groeiende menselijke bevolking steeds uitdagender. Een belangrijk element om deze uitdaging aan te gaan is het gebruik van de genetische diversiteit van wilde verwanten van landbouwgewassen, zo ook bij onze eetbanaan. Binnen deze diversiteit van wilde bananen kunnen er eigenschappen aanwezig zijn die mogelijk bescherming bieden tegen droogte, koude of plagen en ziekten. Zo staan onze Cavendish-eetbananen en vele andere cultuurvariëteiten momenteel zeer zwaar onder druk door opkomende ziektes zoals de Fusarium-schimmel en het Banana-Bunchy-Top-virus (BBTV).
De internationale groep wetenschappers is deze week in het noorden van Australië aangekomen om in het regenwoud op expeditie te gaan met als doel de voorouder van de eetbanaan in te zamelen en op zoek te gaan naar wilde bananen die hopelijk kunnen helpen om deze problemen op te lossen. Voor deze expeditie werken onze wetenschappers van Plantentuin Meise intensief samen met collega’s uit Australië van de University of Queensland en een wetenschapper van de ITC-genenbank (International Musa Germplasm Transit Centre). ITC is een onderdeel van CGIAR (Consultative Group for International Agricultural Research). Dit is een wereldwijd samenwerkingsverband dat internationale organisaties verenigt die zich bezighouden met onderzoek naar voedselzekerheid.