Sansevieria

De moeder van alle Sansevieria’s

Sansevieria’s of vrouwentongen zijn erg populaire kamerplanten. De variëteit met gele bladrand (Sansevieria trifasciata var. Laurentii) werd in 1904 voor het eerst beschreven door Emile De Wildeman, een wetenschapper van de Plantentuin. Het exemplaar dat je ziet in het Plantenpaleis (kas Moesson- en savannewoud), stamt uit 1907 en is de moederplant van alle gekweekte geelgerande sansevieria’s wereldwijd.

Sansevieria’s groeien in de savanne, met afwisselend droge en natte seizoenen.  Ze komen het droge seizoen door dankzij het water dat ze in hun bladeren opslaan. Dat maakt ze ook zo geschikt als kamerplant: ze hebben niet veel verzorging nodig en kunnen zelfs in moeilijke omstandigheden gedijen.

Een groot aantal soorten wordt bovendien gewaardeerd voor hun medicinale en etnobotanische doeleinden. Ondanks hun economisch belang is de taxonomische diversiteit en evolutie van de groep slecht gekend. Onderzoekers van Plantentuin Meise, Royal Botanic Gardens, Kew en Universiteit Gent hebben de krachten gebundeld om de evolutionaire verwantschappen tussen sanseveria's op te helderen.