Plantentuin Meise onderzoekt de oerhulst van Vlaanderen
In De Standaard lazen we vorige week een artikel over hulst. Dé kerstplant bij uitstek en dus is dit het ideale moment om de boeiende plant onder de loep te nemen.
Hulst of Ilex aquifolium is erg verspreid in Vlaanderen, maar de echte hulst komt nog slechts zelden voor. Het gaat dan om de autochtone plant - in het krantenartikel mooi beschreven als de enige groenblijvende loofboom van Vlaanderen. In onder meer het arboretum van Bokrijk en in Loker zijn nog exemplaren van deze ‘oerhulst’ te vinden.
Anne Ronse werkt in de Plantentuin als onderzoekster. Ze verdiept zich dagelijks in de enorme wereld van hulst, bestudeert welke kruisingen er zijn en brengt in kaart waar deze voorkomen. Samen met internationale collega’s schrijft ze artikels die gepubliceerd worden in wetenschappelijke tijdschriften.
Dat onderzoek gebeurt op basis van de uiterlijke kenmerken van de plant. Zo kan je echte hulst herkennen aan de kleur, vorm en grootte van het blad. Wist je dat je het verschil zelfs met het blote oog kan zien?
Omdat er heel wat meer te ontdekken valt, voert Anne in samenwerking met collega's ook DNA-onderzoek uit op de planten die ze verzamelt. Een belangrijke bron is daarbij het herbarium van de Plantentuin, waar zo’n 4 miljoen specimens (gedroogde planten) liggen opgeslagen. Met enkele honderden hulstspecimens ligt daarin een schat aan informatie. Heel wat exemplaren dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw, waardoor het geweldig bronmateriaal is om hedendaagse hulst mee te vergelijken.
Meer lezen over het herbarium van de Plantentuin? Duik mee in onze botanische schatkamer.