Reuzenaronskelk

Wil je de volgende keer als eerste op de hoogte zijn als de bloei van de reuzenaronskelk begint? Schrijf je snel in via deze link en ontvang een mail zodra het spektakel begint. 

Het geheime leven van de Reuzenaronskelk

Alles in het groot

De reuzenaronskelk werd in 1878 in de stomende regenwouden van Sumatra ontdekt door de Italiaanse plantkundige Odoardo Beccari. De plant eist een hoge luchtvochtigheid en een constante warmte van minstens 24°C. In één groeiseizoen produceert de grote knol, die tot 130 kg zwaar kan worden, ofwel een enorm blad van 2 tot 6 m hoog, ofwel een reusachtige ‘bloem’ van 1,5 tot 3 m hoog. Plantkundig gezien gaat het om een bloeiwijze want ze is samengesteld uit vele kleine bloempjes.

Een schaamteloze zuil

De bloeiwijze bestaat uit een gigantische rechtopstaande gelige bloeikolf - de wetenschappelijke naam Amorphophallus titanum betekent letterlijk misvormde reuzenpenis - omgeven door een donkerrood schutblad met sierlijke plooitjes. Aan de voet van de bloeikolf bevindt zich een band van kleine rozige vrouwelijke bloemen en daarboven een strook lichtgele mannelijke bloempjes. Zodra de vrouwelijke bloempjes rijp zijn voor bestuiving, zal de bloeikolf opwarmen en begint hij een wansmakelijke geur te verspreiden die het midden houdt tussen een kadaver, ranzige kaas en rotte vis. Daarom noemen de Indonesiërs hem trouwens de ‘lijkenplant’.

Vernuftige voortplanting

Net als alle planten bloeit de reuzenaronskelk om zich voort te planten. Stuifmeel dient van de ene plant naar de andere gebracht te worden. Maar in de natuur groeien de planten ver van elkaar en bloeien ze slechts zelden; gemiddeld om de drie jaar. Bovendien duurt de bloei slechts 72 uur, daarna sterft de bloeiwijze af. Gedurende die korte periode dient de plant bestoven te worden. Hiervoor produceert de plant zijn fenomenale geur.

Een zwerm zweetbijen

Door de aasgeur worden van heinde en ver zweetbijen aangetrokken, die een kadaver menen te vinden. Sommigen hebben net een andere, veraf gelegen reuzenaronskelk bezocht en zijn bedekt met stuifmeel. Ze dalen diep af in de bloeiwijze en bestuiven zo de vrouwelijk bloemetjes. De vorm van de bloeiwijze verhindert dat ze onmiddellijk weer ontsnappen. Vele uren later zijn de mannelijke bloempjes rijp en geven hun stuifmeel af. De bepoederde bijen gaan dan op de geur af van een andere reuzenaronskelk kilometers ver weg en het verhaal herhaalt zich. De bevruchte vrouwelijke bloempjes groeien uit tot rode bessen die door vogels worden gegeten, deze verspreiden via hun uitwerpselen de zaden.

Goed nieuws voor bedreigde soort

De helft van het eiland Sumatra is inmiddels al ontbost, hierdoor is de populatie orang-oetans met 80% afgenomen en de situatie van de reuzenaronskelk is al niet veel beter... Vandaag slagen plantentuinen er beter en beter in om de reuzenaronskelk te kweken. Zo worden de kansen op het voortbestaan van deze plantensoort vergroot.

Belgische Aronskelken

De eerste bloei van een reuzenaronskelk in ons land vond plaats van 5 tot 7 augustus 2008 en trok 8.000 kijklustigen. Tijdens de bloei van 2011, 2013, 2016, 2017 en 2018 volgden een veelvoud hiervan de bloei via facebook. Maar wist je dat er ook wilde aronskelken in de Belgische bossen groeien? Het kleine (30 cm) maar even boeiende neefje heet de gevlekte aronskelk (Arum maculatum) en kan je elke lente zien bloeien in oude bossen, ook in de Plantentuin.