Een dreef van levende fossielen
Na jaren voorbereiding, wordt de Eredreef in februari 2020 heraangeplant. Voor deze dreef, die vertrekt bij het Welkomstplein, maakten we een minder evidente, maar botanisch aantrekkelijke keuze, namelijk watercipres (Metasequoia glyptostroboides).
Levende exemplaren van deze boom werden in 1941 in China ontdekt. Voordien was de soort alleen bekend als fossiel. Andere ‘levende fossielen’ zijn bijvoorbeeld de ginkgo (Ginkgo biloba) en de wollemia (Wollemia nobilis).
In 1947 verzamelden botanici grote hoeveelheden Metasequoia-zaden. Deze werden wereldwijd verdeeld over diverse botanische tuinen, waaronder Plantentuin Meise. De zaden ontkiemden bijzonder vlot en nu herbergt de Tuin meerdere van die iconische bomen.
De langste dreef ter wereld, in Pizhou (China), bestaat uit één miljoen watercipressen. Daarmee valt niet te concurreren, maar met 48 bomen zal onze dreef zeker ook de aandacht trekken.
De naalden van de bladverliezende watercipres verkleuren in de herfst geelbruin. De boom is winterhard, verdraagt vrij goed droogte, tolereert enige luchtvervuiling en past zich gemakkelijk aan de lokale omstandigheden aan. De Europese beuk (Fagus sylvatica) zou een meer traditionele keuze zijn geweest, maar de klimaatverandering maakte een meer gedurfde keuze wenselijk. Met de watercipres kiest de Plantentuin resoluut voor de toekomst!